Poker is een van de populairste kaartspellen in casino’s wereldwijd. Het wordt ook graag door mensen thuis gespeeld, bijvoorbeeld met een vriendengroep. Het kaartspel nam in Nederland vooral tussen 2006 en 2008 in populariteit toe. Poker wordt al sinds de 19e eeuw gespeeld en inmiddels zijn er veel verschillende pokervarianten, waarbij Texas Hold’em de meest gespeelde variant is. Maar wat maakt dat het spelen van poker zo populair is, wat zijn de poker regels en wat zijn die regels bij moeilijke situaties? Je leest het hier allemaal met de populairste variant Texas Hold’em als uitgangspunt.

Wat maakt poker zo leuk?

Poker is dan wel een van de populairste kaartspellen die we kennen. Maar wat maakt dit nu zo populair, vooral wanneer je ook kijkt naar andere kaartspellen? In de eerste plaats is het verschil tussen poker en de andere kaartspelen in het casino, dat je bij de andere kaart- en casinospelen gokt. Bij poker heeft ieder speler daarentegen statistisch gezien dezelfde kans. Kennis, inzicht en ervaring is wat bepaalt hoe groot de kans is dat je wint. Poker is een heel veelzijdig spel met verschillende variaties, een spel dat in de basis vrij eenvoudig is om te begrijpen. Alles draait om het opletten en onthouden van de kaarten die door andere spelers zijn gespeeld, maar ook om het inschatten van je kansen, de ander letterlijk en figuurlijk niet bij je in de kaart laten kijken (de bekende poker face). Daarnaast moet je Koning of Koningin van het bluffen zijn en met iedere stap in het spel al vooruit denken naar je volgende stap. Juist omdat het een spel is dat je makkelijk leert, maar waarbij je nooit bent uitgeleerd, is het een spel dat past bij spelers van ieder niveau. 

De poker regels

Texas Hold’Em No Limit heeft wat eenvoudigere regels dan Texas Limit Hold’Em. De regels van het pokerspel die we hier beschrijven, zijn de regels voor Texas Hold’Em No Limit. Wie poker speelt, speelt om zoveel mogelijk fiches van de tegenstanders te winnen, dit is het doel van het spel. Dat gaat je lukken door combinaties van kaarten te maken die beter zijn dan de combinaties die je tegenstander maakt. Het spel begint met twee dichte kaarten voor iedere speler. Daar komen gedurende het spel vijf open kaarten op tafel bij.

Doel van het pokerspel

Doel is om van die zeven kaarten vijf kaarten uit te kiezen die een zo hoog mogelijke combinatie vormen. We bespreken heel kort de combinaties waarbij we beginnen met de hoogste combinatie en eindigen met de laagste combinatie. 

Royal Flush

De vijf hoogste kaarten van dezelfde soort. De royal flush kan van ieder kaartsoort worden samengesteld, harten, ruiten, klaver en schoppen. Dus tien, boer, vrouw, heer en aas van dezelfde soort.

royalflush

Straight Flush

Vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde soort.

straight flush

Four of a kind (4 dezelfde)

Vier dezelfde kaarten, ongeacht het soort.

four of a kind

Full house

Drie dezelfde kaarten gecombineerd met twee andere zelfde kaarten, soort maakt hierbij niet    uit. 

fullhouse

Straat

Vijf opeenvolgende kaarten, ongeacht het soort.

straat

Three of a kind (3 dezelfde)

Drie dezelfde kaarten, ongeacht het soort.

tree of a kind

Two pair (2 paar)

Twee keer twee dezelfde kaarten, ongeacht het soort.

two pair

One pair (1 paar)

Twee dezelfde kaarten ongeacht het soort.

onepair

High Card

Hoogste kaart op tafel of in de hand van de speler.

high card

De waarde van de kaarten is eenvoudig. De Aas is het meeste waard. Dan volgt heer, vrouw, boer, 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, en de 2 met de laagste waarde. Zijn er bijvoorbeeld meerdere spelers met een pair, dan wint de speler met de pair met de hoogste waarde. Overigens geldt dit ook voor andere combinaties. Bij meerdere dezelfde combinaties wordt er gekeken naar de waarde van de kaarten waarmee die combinaties zijn gevormd. 

Verdeling van de pokerfiches

Er zijn verschillende manieren om pokerfiches te verdelen. Je kan er bijvoorbeeld voor kiezen om de hoeveelheid fiches onder de spelers te verdelen en iedere speler een vast bedrag in te laten leggen. De speler met de meeste fiches wint de pot. Ook kan je een waarde aan de fiches verbinden. Op die manier legt iedere speler zoveel in als ze fiches willen kopen. Je kan er dan een uitbetalingspercentage aan verbinden, bijvoorbeeld 50% van de pot voor de winnaar, 35% voor plaats twee en 15% voor plaats drie, of iets in die trant.

De poker regels bij het delen van de kaarten

Een speler is de deler. Elke ronde wordt de speler links van de deler de nieuwe deler. De deler zal vervolgens iedere speler twee dichte kaarten (met de afbeelding naar beneden) delen. Wel worden de kaarten een voor een gedeeld, dus nooit beide dichte kaarten tegelijk. Nu kunnen alle spelers hun inzet plaatsen. Daarna zal de deler de bovenste dichte kaart van de stapel in zijn hand wegleggen, ook wel verbranden genoemd. De volgende drie kaarten op de stapel worden open, met de afbeelding naar boven, op tafel gelegd. Deze kaarten noemt men ook wel de flop. Nu volgt de volgende inzetronde. ook nu zal de dealer de volgende kaart op de stapel wegleggen. Nu wordt er één kaart open op stapel gelegd, de turn. En weer kunnen de spelers opnieuw inzetten, verbrandt de dealer de eerste kaart op de stapel en wordt er weer een kaart open op tafel gelegd, de river. Nu er vijf kaarten open op tafel liggen, vindt de laatste inzetronde plaats. Nu levert de dealer zijn rol in aan de speler links van hem.

De poker regels bij het plaatsen van inzetten

Voordat de dealer de eerste kaarten deelt, plaatsen de twee spelers links van de dealer een inzet, de kleine en de grote blind. De algemene regels zijn dat er voor iedere speler per inzetronde vijf inzetmogelijkheden zijn, namelijk:

  • Check: Niks inzetten en de beurt doorgeven aan de volgende speler
  • Bet: Een inzet plaatsen voordat iemand anders een inzet heeft geplaatst in een bepaalde ronde
  • Fold: De kaarten weggooien en niet meer meespelen
  • Raise: Een extra inzet plaatsen bovenop een al eerder geplaatste inzet
  • Call: Net zoveel inzetten als een eerder geplaatste inzet

De speler links van de grote blind kan inzetten. Wanneer de speler inzet, moet dit minstens het bedrag van de grote blind zijn. Kiest een speler voor een raise, dan kunnen andere spelers meegaan in de raise (call), folden of bovenop de raise ook een raise plaatsen. Dit gaat door totdat alle spelers die niet folden, evenveel hebben ingezet. Dit gaat zo door tot de river op tafel komt en de speler met de hoogste combinatie wint.

Voorbeeld van de poker spelregels

We geven een kort voorbeeld van het laatste deel van het pokerspel, de showdown oftewel het tonen van de kaarten door de spelers die niet folden. De speler met de laatste bet of raise moet als eerste de kaarten laten zien. Heeft niemand tijdens de laatste ronde ingezet, dan is de eerstvolgende die aan de beurt was degene die als eerste de kaarten laat zien. Kan een speler niet van deze kaarten winnen, dan hoeft die speler de kaarten niet te laten zien. Dat is een voordeel voor een nieuwe ronde aangezien niet is af te lezen hoe de speelwijze van die speler is. Dit is dan ook waarom een volgorde bij het tonen van de kaarten belangrijk is.

De poker regels bij moeilijke situaties

Er kunnen soms situaties ontstaan waarbij je niet direct weet wat te doen, of welke hand beter is wanneer twee of meer spelers (bijna) dezelfde hand hebben in de showdown. Hierbij is het belangrijk om eerst te weten wat de term kicker betekent. Dit is een kaart die niet meedoen bij een bepaalde combinatie, maar wel bepalend kan zijn voor welke hand beter is. We delen een voorbeeld met je om dit duidelijker te maken. 

Welke hand is beter?

Bij de showdown moeten in dit voorbeeld twee spelers hun kaarten laten zien. Er liggen op tafel twee heren en twee azen, met andere woorden twee paren. Speler een kan met de boer van tafel een paar maken. Omdat speler twee de hoogste kicker heeft, zal die speler toch winnen, ondanks dat hij geen pair met vrouw maakt. De vrouw is namelijk meer waard dan de boer die nog op tafel ligt. Het gaat immers om de beste vijf kaarten en dat maakt dat speler twee de beste hand heeft. Ook in andere situaties, bijvoorbeeld bij één of twee pair wint de speler met het hoogste pair. Een pair azen samen met een pair tweeën wint het dus van een pair heren met een pair vrouwen. Bij een straight wint de speler met de hoogste straight, etc.

pokerhand

Uitvallen van spelers

Een speler valt uit wanneer hij geen fiches meer heeft. Is de speler die uitvalt de speler die die ronde de grote blind betaalde, dan zal er de volgende ronde enkel een grote blind worden betaald en valt de kleine blind af. Één of meerdere spelers kunnen al hun fiches ineens inzetten. Dit wordt een sidepot genoemd, een deel van de pot in het midden waar niet iedereen voor meespeelt. Alle fiches inzetten, wordt ook wel all in genoemd. Stel dat speler A met 10 euro all in is, en de andere spelers zijn met 20 euro all in, dan gaat er 10 euro van die 20 euro in de side pot en de rest in de hoofdpot. De side pot kan dan niet door speler A worden gewonnen, maar wel door de spelers die ook all in zijn gegaan.

Het poker regels woordenboek

Voordat je met echt geld gaat spelen, is het belangrijk dat je niet alleen de regels kent, maar ook weet wat de betekenis is van enkele belangrijke pokertermen is. We leggen ze hier kort uit:

  • All in: En speler zet al zijn fiches ineens in
  • Bet: De inzet die een speler plaatst voordat iemand anders een inzet plaatst in die bepaalde ronde.
  • Blind: De inzet die spelers verplicht zijn te doen voordat de dichte kaarten gedeeld worden. De blinds draaien iedere ronde op dezelfde wijze als de dealer mee.
  • Bluff: Een speler die verwacht niet de beste hand heeft, die toch een bet of een raise doet om daarmee de medespelers op het verkeerde been te zetten.
  • Board: De open kaarten die op tafel liggen.
  • Button: De deler krijgt een ronde plastic schijf bij zich op de tafel, zodat iedereen weet wie die beurt de deler is.
  • Buy in: Het bedrag dat je inlegt om mee te doen aan een toernooi of een cash game.
  • Call: Je inzet gelijk houden aan de laatst geplaatste inzet.
  • Caller: Speler die een bet of een raise called.
  • Check: De beurt doorgeven aan de volgende speler, zonder iets in te zetten.
  • Check-raise: Eerst check je. Vervolgens raise de bet van de speler die na jouw checken, bet.
  • Chip: Een ronde munt. Iedere kleur staat voor een bepaalde waarde in de valuta waarin wordt gespeeld.
  • Chipstack: Het totaal aantal chips van de speler.
  • Flop: De eerste drie kaarten die door de dealer open worden gedeeld.
  • Flush: Vijf willekeurige kaarten van dezelfde soort
  • Fold: Niet meer meespelen en dus de kaarten weggooien.
  • Four-of-a-kind: Vier dezelfde kaarten, ongeacht de soort. Denk aan 4 heren.
  • Full House: Drie om twee dezelfde kaarten, ongeacht de soort. Denk aan 3 azen en 2 heren.
  • Heads up: Wanneer de overgebleven twee spelers nog tegen elkaar spelen..
  • Kicker: Kaart die niet meetelt in de gemaakte combinatie, maar mogelijk wel heel bepalend voor de winst kan zijn.
  • Nuts: De speler die niet kan verliezen, heeft nuts. Nuts is de beste hand mogelijk.
  • Overcard: De kaart in de hand van een speler die hoger is dan alle open kaarten op tafel.
  • Overpair: Hetzelfde als de overcard, alleen gaat het dan om een pair.
  • Pair: Twee dezelfde kaarten.
  • Pot: Totale hoeveelheid geld dat in het midden van de tafel ligt.
  • Raise: Een eerder geplaatste inzet verhogen met een extra inzet.
  • Raiser: De speler die gaat voor een raise.
  • Reraise: Raisen nadat een andere speler al heeft geraised/
  • River: De vijfde en laatste open kaart op tafel.
  • Royal flush: De vijf hoogste kaarten van elke soort. Bijvoorbeeld de harten of schoppen aas, heer, vrouw en boer.
  • Side pot: De pot naast de hoofdpot wanneer een van de spelers all in is en de andere spelers nog meer inzetten.
  • Straight: Vijf opeenvolgende kaarten, ongeacht de soort.
  • Straight flush: Vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde soort (schoppen, klaver, harten of ruiten).
  • Suited: Kaarten van dezelfde soort.
  • Three of a kind: Drie dezelfde kaarten, ongeacht de soort. Bijvoorbeeld drie heren.
  • Top pair: Een paar met de hoogste kaart die open op tafel ligt.
  • Turn: De vierde open kaart op tafel.